Hugo Brutin - okt 2017

Hugo Brutin -  oktober 2017 - Imperial De Panne

Werner Watty heeft een eigen wereld gecreëerd met voor de hand liggende elementen of objecten die nochtans frapperen en verbazen omwille van hun spitsvondige eenvoud, hun lyrische speelsheid, hun dubbele bodem die hij als dubbel-zinnig omschrijft wat inderdaad dubbel is van zin en van zinnelijkheid, adembenemend van nauwgezetheid of noem het virtuositeit of hyperrealisme.

Hij schildert en tekent lucifers, sulfertjes, sanseveria planten, een ficus fictivus, takjes die evenzeer beeldende fictie zijn als tastbare realiteit, donzige wilgenknopjes, een bloempot waarvan je op het eerste gezicht niet eens weet of hij werkelijk is of geschilderd of een beetje van de twee.

Wat hij toont omringt hij met het aureool van een speelse humor die vaak ook diepzinnig blijkt te zijn. Zijn schilderen is een vorm van denken en van kijken, van vastleggen en daarbij glimlachen. Tastbare realiteit en beeldtaal versmelten in elkaar.

Zij zijn eenzelfde ritmiek.

Zij creëren een schalkse trompe-l’oeil.

Wat u ziet is dubbel maar dat geldt ook voor wat u denkt, wat u vermoedt en voor wat de titel u herhaaldelijk openbaart. Soms mag u zelf de titel een eigen gedaante en betekenis geven, in een eigen sfeer laten kantelen wanneer die titel bijvoorbeeld ‘meditation’ is.

Dat wil zeggen de optelsom van gedachten die in herinneringen uitmonden en andersom. Meditation betekent onder meer, naar ons gevoel, dat gedachten of gebeurtenissen die herinnering zijn geworden elkaar opvolgen zoals streepjes die de som van dagen aanduiden, de dagen na de dood van zijn geliefde bijvoorbeeld.

De meditatieve streepjes die Werner in een vierkant propt zijn stokjes, neutrale gelijkmatige stokjes met veelal  bovenaan in Zweeds blauw of Belgisch rood een ontvlambaar kopje dat een burn out kan veroorzaken of een french cancan dans suggereren  als twee kopjes tegen elkaar aandrukken en de beentjes dansend wijd open staan.

Hier ligt een deel van de essentie van de beeldtaal van Werner Watty, in het vervreemden van een duidelijk vleugje realiteit, geschilderde of echte realiteit.

Er wordt daarnaast niet alleen met tengere en breekbare realiteit gespeeld en gegoocheld in de schilderijen en tekeningen van Werner, maar ook met woorden, al dan niet in het Oostends dialect.

Dat goochelen met woorden en met –eerder banale- objecten behoort tot de eigenheid van de kunstenaar, zoals ook de geraffineerde en toch ook speelse perfectie  waarop zij zijn afgebeeld.  Lucifers zijn oervormen, verticaal geritsel,  banale vonkjes, die in ons bestaan nauwelijks( nog) een rol spelen zoals dat ook het geval is met een sanseveria, een rode draad, een twijgje, een takje.

In het beeldend oeuvre van Werner Watty vertolken zij vleugjes emotie, voeren zij een dansje uit, vormen zij een rij die gaandeweg uitdooft, ontvluchten zij het doosje van de Union Match waarvan een hoek reëel is en tastbaar en de rest geschilderd zonder dat men het meteen merkt.

Die stokjes, die streepjes vertolken net zoals zijn andere personages, -want het zijn in feite personages- de zichtbare ritmiek van zijn gedachten en van zijn dagdromen. Zij zijn de projectie van zijn innerlijke bewogenheid.

Zijn personages, zijn motief geworden objecten, overstijgen de banaliteit van hun vermeend reële functie, zoals dat bijvoorbeeld met de sanseveria het geval is  die in het oeuvre van de kunstenaar een metamorfose ondergaat van vorm, van kleur, van schittering, van symboliek.

Geef toe dat u ze anders bekijkt sinds u ze afgebeeld hebt gezien tronend in een al dan niet reële bloempot en vastgebonden met een reële of fictieve rode draad die ook weeral een dubbele betekenis heeft aangenomen.

Aan de hand van al die  banale elementen, die aanwezigheden zijn en in feite ook personages, creëert de kunstenaar een sfeer van vervreemding, organiseert hij een schok van herkenning die eerder ongewoon overkomt.

De door de virtuoze weergave van het centrale gegeven ontstane verbazing die sympathie opwekt of toch op zijn minst een nieuwsgierige belangstelling, wordt veelal, zo lijkt het ons, omgebogen, misschien ook wel gesublimeerd, door de meteen aangevoelde aanwezigheid van een bijkomende betekenis, door de hem kenmerkende dubbel-zinnigheid waarmee hij als discrete vingerwijzing zijn expo betitelt. 

Er is echter niet alleen dubbelzinnigheid maar ook iets dat met het repetitieve te maken heeft en recentelijk ook met stilte, stilte als een positief gegeven, als het fluisteren van wat achter de humor verborgen leeft.

 

Het repetitieve heeft iets obsessioneels.

Het neigt naar abstractie.

Vreemd hoe een abstracte sfeer kan worden opgeroepen door het herhalenvan een brokje werkelijkheid. Het herkenbare element dat een naam heeft wordt onderdeel van een bredere ritmiek.

Twee geknakte  wilgentakjes vormen een vierkant in een vierkant doek.

 Figuratie wordt onderdeel van een zucht naar geometrische abstractie of van een elementaire ritmiek. De personages  die de doeken, etsen, tekeningen en aquarellen van Werner Watty bevolken zijn bijwijlen sjablonen geworden, tekens die tastbare brokjes werkelijkheid zijn geworden en zich met betekenissen hebben uitgedost.

Takjes begeleiden, illustreren, voeden, verheffen het beeldend oeuvre van de laatste jaren. Zij zijn zowat het meest onbelangrijke dat een kunstenaar kan uitbeelden. Zij zijn grillig en breekbaar.

 Zij symboliseren zowel groei als stilstand. Zij verbazen wanneer zij als uniek motief opduiken, als grillig en pril teken in olieverf op linnen. Zij zijn beeld en betekenis tegelijk.

 Wie ze bekijkt wil ze betasten, kijkt meteen uit naar het punt waar zij de fictie verlaten en werkelijkheid worden en  is er zich vrij vlug van bewust

dat  zij niet alleen  schitterend geschilderde aanwezigheden zijn

maar ook subtiele vormen van zowel beeldend als geestelijk statement.

 

Hugo Brutin (a.i.c.a.)