Hugo Brutin - jan 2012


“Werner Watty: 60

met vrienden Yves Beaumont – Bennie Simoens – Bart Soubry”

Gallery Theobalds Boothuisje Oostende

Naar aanleiding van zijn zestigste verjaardag  biedt Werner Watty ons in het stemmige en standvastige Boothuisje een verrassende, schalkse en toch diepgaande kijk op zijn oeuvre van de jongste jaren en vond hij het passend zich te omringen met werk van drie van zijn Oostendse vrienden kunstenaars:
Yves Beaumont, Bennie Simoens, Bart Soubry.

Ondanks hun verscheidenheid in beeldtaal, hebben de vier toch enkele fundamentele elementen met elkaar gemeen namelijk aandacht voor de natuur en haar geheimtaal, het hanteren van een poëtische benadering van wat eigenlijk eenvoudig is, gewoon en alledaags en toch verheven en subtiel. Dat betekent ondermeer het landschap, de steen als bewaker van verborgen ritmiek, het sierlijke gelaat  van wezens van iedere dag, groei in werkelijkheid en in zijn verlengstuk, de fictie. Elk van de vier munt uit door een authentiek verwoorden dat vanzelfsprekend lijkt hoezeer het ook uniek mag zijn.

Nu we het toch over authenticiteit hebben, meen ik te mogen stellen dat Werner Watty die authenticiteit op een unieke wijze verwoordt. Niet dat hij de enige zou zijn die speelt met realiteit en fictie die mekaars verlengstuk zijn, maar de manier waarop is niet alleen kenmerkend voor zijn eigenheid maar ook zelden of nooit eerder gezien. Er is steeds een glimlach aanwezig in zijn doeken die ook een brok verrassing insluit en vertedering, die iets onthult dat de meesten onder ons niet eerder hadden gezien, ontdekt of gewoon vermoed.

Zo verloopt het binnentreden in zijn schilderijen meestal in meerdere fases. Op het eerste gezicht wordt men bijvoorbeeld gefrappeerd door het ervaren van een virtuoos schilderen, fijnschilderen wordt dat wel eens genoemd. Daarna stelt men in meerdere gevallen vast dat het geschilderde een aanhangsel van realiteit bezit.

Men kan het ook anders bekijken of formuleren in die zin dat men ervaart hoe vanuit een driedimensionale en echte bloempot een fictieve plant, een tastbare vrouwentong bijvoorbeeld, is gegroeid of hoe uit een stekjesdoosje, een stroom van lucifers, van sulferstokjes over het doek vloeit, prille stokjes met een knopje die je zo wil plukken maar die fiere olieverf op doek zijn geworden en de realiteit uitdagen.

De doeken van Werner Watty zijn echter veel meer dan alleen maar een spel van illusie en tastbaarheid via voor de hand liggende objecten, via simpele dingen zoals een plant, een takje, een stengel, een bundel takjes, een rood lint, een pimpaljoentje met vuile voetjes. Zo doorbreekt het speelse en vaak dubbelzinnige van een verschijning de ernst van het virtuoze vertoon en wordt het beeld door het concept gedragen en gesublimeerd.

Daarbij speelt de vaak dialectaal getinte titel een verhelderende rol en groeit de herkenning van het uitgebeelde. Dat brengt met zich mee dat wat men ziet eigenlijk slechts een gedeelte is van wat staat uitgebeeld en van zijn verborgen betekenis of betekenissen.

Wie Werner Watty ook maar een beetje kent zal het met mij eens zijn dat zijn oeuvre de speelse en kleurige weergave is van zijn persoonlijkheid die ironie aan perfectie paart en die diepzinnigheid hanteert en cultiveert als iets vanzelfsprekends en spontaans. Zijn metier speelt daarbij een voorname rol. Moet ik u vertellen dat zijn techniek schitterend is, helder en vervreemdend tegelijk en dat zijn schaduwen daarbij een voorname rol spelen?

Een intrigerende en tegelijk ogenschijnlijk meteen duidelijke uitbeelding van wat uiteindelijk vaak trompe-l’oeil blijkt te zijn die op zich al meteen verbazing wekt, een dubbele bodem, objecten die uit hun alledaagse banaliteit treden, een vertederde manier om het gewone te benaderen dat bij manier van spreken opgetild wordt, dat een bijkomende dimensie verwerft, geïntegreerd wordt in een aureool van schilderkunstige présence, in een structuur die een vleugje constructivisme suggereert.

Het zijn allen elementen die zijn schilderijen hun uniek karakter verlenen en die ook, zoals ik al zei, zijn attitude ten aanzien van de dingen die hem omringen verraden. Dat betekent evenzeer verwondering als aandacht, evenzeer een kijk op het dubbele van beeld en verbeelding, van verschijning en betekenis.

Die ingesteldheid, die houding tegenover de elementen van zijn thematiek kunnen wij, alle verhoudingen in acht genomen, ook vaststellen bij de drie die zijn tentoonstelling in het Boothuisje opfleuren.

Bij Yves Beaumont die zich in groeiende mate in een internationale erkenning en waardering mag verheugen, is dit het landschap in zijn plastisch verheven schilderijen en plantengroei in zijn gevoelige en meditatieve tekeningen. Landschap is middel en aanzet, reden tot beeldend enthousiasme, uitdaging om te herleiden tot een ultiem punt, tot een lijn, tot de spanning van een ogenschijnlijk monochroom schilderen dat bij nader toezien rijk is aan beeldende contrasten en dialogen, aan structuur en schilderkunstige emoties, schaduw van takken, netwerk van craquelé, sereniteit, herinnering, apotheose van tenger en tevens krachtig coloriet. Het oeroude thema in een verrassend hedendaagse vertolking.

In het driedimensionale oeuvre van Bart Soubry was dit aanvankelijk hout, steen en daarna weer hout, sporen die de golven achterlaten op een strand in graniet vertolkt, de innerlijke ritmiek van het hart van een blok marmer of noir de Mazy die op gevoelig papier staat afgedrukt, licht dat de donkerte van een eeuwen en eeuwen oude massa nieuwsgierig doorklieft, steen als sierlijke vorm of als verwijzing naar hamer en beitel zodat het instrument beeld wordt in een verbazingwekkende conceptuele reflectie. Hout tenslotte weer dat in zijn zorgvuldig uitgebouwde verwijzing vervreemding creëert, illusie en opnieuw een vorm van sublimeren suggereert.

In hun vertederde en poëtisch geladen aandacht voor de ervaringen van iedere dag vertonen de schilderijen en de grafiek van Bennie Simoens raakpunten met die van Werner Watty en omgekeerd. Bennie Simoens bouwt een wereld op van verf op papier, van grafiek en prille tekeningen die getrouw en behoedzaam, de lijnen van zichtbare wezens en dingen en van de droom weergeven en hun esthetische en verborgen dimensie reveleren. Zijn recente werken onthullen, binnen een beperkte ruimte, het monumentale van tekens in een vlakte, van voorwerpen waarvan men dacht dat ze banaal waren en prozaïsch tot Bennie ze al dan niet fragmentarisch opnam in een meer van reflecties, van licht en donkerte, van werkelijkheid die tere nevel wordt waarin flitsen van herkenbaarheid verschijnen.

Zijn grafische sensibiliteit trad vanuit mijn verre herinnering heel even weer op de voorgrond wanneer ik de recent gecreëerde en hier in de galerie in een map opgeborgen droge naalden op rood koper zag die Werner Watty heeft gegrift in een zelfzekere vertolking, sober en aangrijpend van puurheid en nauwgezette sierlijkheid: een fles, een karaf, een bloempot, de vreemde kronkel van de top van een waterkan. Inderdaad de zo naakt mogelijke werkelijkheid in wat poëzie pure is geworden, eenvoud en meer dan wat het oog meteen kan zien, kortom Werner Watty, schilder, etser en tekenaar.

Oostende, 28 januari 2012 - Hugo Brutin (a.i.c.a.)